De compressor is te verkrijgen in een elektrische compressor en een brandstof compressor. De brandstof compressor werkt bijvoorbeeld op diesel of benzine. De elektrische compressor werkt op stroom en wordt aangesloten op het lichtnetwerk (230 volt) of krachtstroom (400 volt). De elektrische compressor bestaat uit diverse componenten, zoals de pomp, elektrische motor en de drukschakelaar.
Met de drukschakelaar zet je de pomp van de compressor aan, de pomp zal starten met het pompen van lucht van buitenaf. Perslucht wordt opgebouwd door de pomp die op elke compressor is gebouwd. In de zuigerpomp bevinden zich de aanzuigklep en de persklep die om en om een slag maken. Door deze beweging stroomt er lucht van buitenaf de cilinder in, wat men de zuigslag noemt. Bij de persslag sluit de aanzuigklep en gaat de persklep open om de opgebouwde perslucht naar het drukvat te transporteren.
Drukschakelaar
In de drukschakelaar is een relais aanwezig die bij een bepaalde vooraf ingestelde druk de pomp automatisch uitschakelt wanneer deze druk wordt bereikt. Deze druk kun je instellen met de drukregelaar. Compressoren beschikken vaak over twee manometers waarop je op één de maximale druk en op de andere de ingestelde druk afleest. Wordt het minimum druk bereikt, dan zal de drukschakelaar de pomp vanzelf weer inschakelen. Schakel je de drukschakelaar uit door de rode knop in te drukken of te draaien, dan zal de pomp geen druk meer opbouwen.
Een ander belangrijk onderdeel is het veiligheidsventiel die de compressor beschermt tegen overdruk. Wanneer er overdruk in de ketel dreigt te ontstaan van de elektrische compressor zal het veiligheidsventiel automatisch opengaan en perslucht laten ontsnappen om de druk te verlagen. Is de juiste druk weer bereikt, gaat het veiligheidsventiel automatisch weer dicht.
Condensatoren in compressor
Elektrische compressoren beschikken over condensatoren die helpen om de motor door middel van faseverschuiving op toeren te laten komen. De startcondensator heeft de hoogste waarde en werkt maar korte tijd mee. Als de motor op toeren is schakelt een centrifugaal schakelaar de aanloopcondensator uit en blijft de motor op de bedrijfscondensator (condensator met laagste waarde) draaien.